Een slak mag dan geen pootjes hebben, een slakkengang voltrekt zich wel degelijk stapje voor stapje. Eerst scheidt de slak met het onderlichaam een kleefstof af, waar hij zich vervolgens met datzelfde onderlichaam aan hecht en over vooruit trekt.
Wat zou het de mens niet baten om op eenzelfde manier door het leven te gaan. Om geen stap te zetten zonder eerst een vergelijkbare voor-beweging gemaakt te hebben: die van het bewuste beseffen dat onze ziel – in de woorden van de psalmist – ‘U achteraan kleeft’ (63:9). Of, omgekeerd, van het bewuste beseffen dat alles wat niet wortelt in onze verbondenheid met de grond der dingen, is: een losse flodder. Veel kabaal, weinig impact.
Ook de afgelopen week gebeurde er weer van alles waar we van alles en nog wat van kunnen vinden. De vraag lijkt me hoeveel hout dat snijdt zolang we niet eerst steeds de tijd nemen voor die voor-bewegende ‘kleefstap’: de erkenning onze vastste vastigheid te weten in het mysterie dat we niet bij machte zijn te bevatten. Zou het niet zelfs zo kunnen zijn dat de oorzakelijkste oorzaak van alle rampspoed juist deze is: een veel te hoge levenssnelheid waardoor veel te weinig van ons doen en laten innerlijk geborgd is?
Dit lijkt me de ideale maximum snelheid: ‘U zoekt mijn hart‘ – stap. ‘U hangt het aan’ – stap. ‘Uw hand zal mij vast blijven houden’ – stap.
Stappen zonder meer gaat sneller ja. Maar of de hardloper het Paradijs ook eerder bereikt dan de slak…?