Geen eisen maar cadeaus

‘Dat lijkt me nou een geweldige baan’, hoor ik nogal eens als ik laat vallen dat Jan XVII graag een tweede ‘dienend kluizenaar’ op het spoor zou komen. Waar men dan vaak al snel de vraag aan koppelt of dat kluizenaarschap ook wat minder streng ingevuld kan worden. En om nou zeven dagen per week, 24 uur per dag, beschikbaar te moeten zijn voor ‘het bedrijf’ ZeeVELD… ‘Misschien kan daar iets op gevonden worden?’

Als zou een hockeyelftal op zoek naar een nieuwe keeper, blij moeten zijn met kandidaten die in zichzelf geen keeper zien en ook niet van hockey houden.

Onlangs kreeg ons bestuurslid Wiek Hijmans een prachtige recensie voor zijn CD-project ‘Psalms Electrified’. Schrijft de recensent: ‘Hijmans’ sacred music is ( ) distant from that basic misunderstanding which always places the sacred in the sacristy rather than in the hearts of men.’

Hear hear! Heel mooi gezegd. Alleen draagt deze observatie op zijn beurt een misverstand in zich.

Hoe verschillend ook de verschijningsvorm, het fundament van iedere beproefde spirituele discipline, uit het oosten net zo goed als uit het westen, draait om dezelfde erkenning: zeker, heiligheid woont in ons hart, maar tussen ons en dat hart staat ons ego. En tenzij we de teugels daarvan overgeven aan buiten ons eigen hart gelegen ‘sacristies’, rituelen, personen of disciplines, zal dat hart niet alleen van ons heilige, maar ook van ons onheilige de woonplaats zijn. En dus een strijdtoneel.

‘Vrede sluit je niet met je vrienden, maar met je vijanden’ heet het. Natuurlijk zou ik heel vaak liever de hort op gaan dan binnen de hekken van ZeeVELD te blijven. En als ik voor de zoveelste keer eenzelfde simpele kwestie opnieuw moet oplossen – ‘en dat op mijn leeftijd!’- manifesteert zich wel degelijk ook in mij het verlangen naar een andere dagbesteding dan beheer en exploitatie van een retraiteplek.

Maar zo dikwijls als dit zich voordoet, zo vaak herken ik er ook een uitnodiging in. Om de teugels van mijn ego weer uit handen te geven. En zo aan het heilige in mij het recht op de exclusieve bewoning van mijn hart terug te schenken.

De taakomschrijving van de extra ‘dienend kluizenaar’ voor Jan XVII is geen lijst van eisen, maar een optelsom van cadeaus.

Ik, wie ben ik?

Bouwen we een huis, we beginnen bij het begin. Tegen alle wetten van de zwaartekracht in, beginnen we met ons levenshuis bij het dak. Niet bij de vraagtekens, maar bij de uitroeptekens van ons bestaan. Klik op de afbeelding om verder te lezen

Lees verder »