Wat het Liber leren zo lastig kan maken: bewust breekt het je zelfbeeld af. De Pietje of Marietje waar je zo hard aan gebouwd hebt. En veel liever leren we iets aan, of desnoods af, dan dat we de iemand die we ons wanen, aan het wankelen brengen.
Toch is dat wel wat Liber doet. Omdat het ‘wat’ dat ons bij onszelf vandaan houdt, niets anders is dan de ‘wie’ die we ons denken te zijn. Niets of niemand staat tussen ons en ons geluk, dan wij zelf alleen.
L’enfer, ce sont nous-mêmes.
Zo normaal vinden we dit echter, zo gewend zijn we om onze identiteit en onze beleving daarvan over een kam te scheren, dat we het zeldzaam onaantrekkelijk vinden daar verandering in te brengen. Ons hele hebben en houden is immers in die conditionering geïnvesteerd.
Zomin als de slager die zijn eigen vlees keurt daartoe snel een ander zal inschakelen, zomin zijn wij geneigd ‘onszelf’ bloot te stellen aan onze niets ontziende aandacht daarvoor.
Ik, wat of wie is dat eigenlijk?
Misschien kan een woord van logica doen wat de weg van de gewoonte blokkeert. Want wat gaan we eigenlijk ‘zien’ als we ons stil leren te verhouden met onze niet-stilte? De ‘ik’ die we onszelf gewoon zijn te wanen, waaruit bestaat die eigenlijk? En waarom vindt dat ‘ik’ het zo moeilijk om ruimte maken voor een stil-ik, een niet-ik?
Machteloos aanwezig voor wat zich als ons ‘ik’ voordoet, zul je dat ‘ik’ gaan begrijpen als een proces dat we ‘de wil tot beheersing’ kunnen noemen. Stel je voor een goed begrip de omlijsting van een schilderij eens voor. Stil je niet-stilte beschouwend, zul je gaan doorzien hoe we alles wat ons overkomt, per se willen kunnen ‘vatten’. Ons leven moet passen binnen het raamwerk dat wij daarvoor in gedachten hebben. Waarmee het minder een ‘daad’ van leven is, dan de vormgeving van het verlangen het te beheersen, er ‘greep’ op te hebben.
Denk nu aan een stromende rivier en je snapt direct waarom het je zo moeilijk kan vallen tijd in te ruimen voor Liber: voortdurend komen er immers nieuwe situaties voorbij en of jij al dan niet ’bestaat’, jouw idee van je ‘ik’ bent, hangt er – of zo denk je – maar helemaal vanaf of je erin slaagt al die mensen, meningen en gebeurtenissen een plaats te geven binnen het juiste vakje, de juiste lijst. Ruimte voor Liber te creëren, voor het beoefenen van bewuste niet-beheersing, kom dan neer op het riskeren van je eigen existentie. En inderdaad: wie begint daar nu aan?!
Wie zegt je dat het klopt, wat je vindt of voelt?
De enige weg uit deze wurggreep: te erkennen dat al ons denken en voelen aanvechtbaar is. Niet gegarandeerd waar. Want wie zegt dat het niet wordt gestuurd door onze wil tot beheersing?
Liber leert je daarom ook niet om anders te denken – als in ‘denk positief’, of ‘kijk mindfull’ – maar om je denken en voelen bloot te leggen voor de niet-denker in je. En om dezelfde reden vraagt Liber je ook niet om het huis van je denken en voelen volledig te ontruimen, om ‘helemaal leeg’ te worden, maar om in dat volle huis van je minstens een kamer leeg te leren houden. Zodat leegte de grondhouding kan worden voor een relatie met dat waar je vol van bent.
Als het Liber al te doen is om een hervorming van je denken, dan faciliteert of triggert het deze door je een andere verhouding met je denken – dat is: je wil tot beheersing – aan te leren.
De smaak van machteloosheid
Kort en goed helpt Liber je niet aan meer beheersing of macht, maar maakt het je juist vertrouwd met de zoete smaak van machteloosheid. Die voor je doet wat zout doet voor de pap: het brengt je op smaak.
Het mysterie dat Liber aan de dag brengt: je vermogen je machteloos met je behoefte aan beheersing of macht te verhouden, reikt je precies die mate van beheersing aan waar de situatie om vraagt.
De lol, de uitnodiging, de kunst: om niet je leven binnen de mal van jouw wil te persen, maar om je plek te durven innemen binnen de wil, de kaders, van het leven voor jou.
Wie zich geroepen voelt meer levensuitdrukking dan zelfbeeld te zijn, laat zich neerhalen.