Zestien jaar was ik, vroom, gospelrocker en gefascineerd door het bezoek van een echte monnik in onze les maatschappijleer op het Marcus College te Grootebroek, nu het Martinus College. We leven bij deze herinnering in het jaar 1989. Deze man tekende een cartoon van een monnik op het flapoverbord met de vraag of dit was wat we ons erbij voorstelden. Daar stond hijzelf dan, sweater met muts, spijkerbroek, een fit ogende man met een wat gedrongen postuur. Hij vroeg gekke dingen. Of we een meter voor ons uit konden kijken. Waar onze ziel in ons lichaam zat. Het antwoord was dat de ziel ons hele lichaam omvatte, daar was die tekening ook voor. We hebben nog even gemediteerd. Dat vond ik eng, vrome jongen als ik was, want vreesde mezelf open te stellen voor weet ik wat… Overigens geef ik nu zelf meditatie. Mede dankzij Ton de Nooy, want hij was die monnik.
In het verlengde van dit bezoek kregen we het buitenschoolse aanbod van onze docent maatschappijleer Cor Heldens, of we mee wilden naar het mini klooster van deze man aan de Noord-Hollandse kust. Een klooster met één monnik – Ton noemde het een monasterium om die reden. We waren er een kort weekend met een klein groepje van iets van vijf leerlingen en onze docent Cor. In die tijd was theologie gaan studeren in mij opgekomen. Van huis uit was ik namelijk een degelijk Gereformeerde jongen uit Andijk, goed opgevoed met Bijbellezen en diepere gesprekken thuis, het pad van kerkelijk jeugdwerk netjes afgelegd. Ik was echt persoonlijk gaan geloven, startpunt van een lang proces in ontwikkeling zullen we maar zeggen. Inmiddels ben ik gemeentepredikant te Roden.
Voor iemand op deze leeftijd was Ton een fascinerend identificatiefiguur. Werkelijk je geloof je levenskoers laten bepalen, niet in de kantlijn van een druk leven van werk, gezin en van alles, maar er vol voor gaan. Dat hij Oost en West samenbracht tot een eigen doorleefde spiritualiteit nam ik neutraal in me op destijds. Nu besef ik hoe uniek Ton hierin was. Veel was hij op Athos geweest en had zich daar gevormd aan de Grieks Orthodoxe kerk. Evenzo was hij in Tibet geweest om in zich op te nemen hoe de boeddhistische monniken daar vormgeven aan hun leven. Beiden kwamen samen in Castricum in die verbouwde Westfriese stolpboerderij.
De vloer van de gebedsruimte was ingelegd met stenen tegels die speciaal uit Tibet ingevoerd waren. Er liep een robuuste hond rond uit diezelfde landstreek, zo eentje die je wel mocht aaien omdat jij dat wilde, maar verder zeer zelfbewust was. Ton had hem die morgen opgesloten gehad in zijn kooi vertelde hij, geen idee meer waarom, en vervolgens had de hond de kooi gesloopt om eruit te komen. Van zulk kaliber dus. De hond lag ook telkens strategisch op de kruising van het hoofdpad met een zijgang, goed alles in de gaten houdend. Dan ben je blij dat je de uitgestrektheid van de duinen pal achter je mini-klooster hebt liggen, waar je dit dier los kunt laten rennen. De zaterdagavond werd gevuld met een diaserie over Athos, dat gekke men-only eiland met een klooster en verder niks. Hij had er de dagorde van de Orthodoxe monnik geleerd en vast veel meer, maar dat is niet in mijn puberbrein blijven hangen.
De tegels waren wellicht nodig vanwege de akoestiek. De zondagmorgen van het logeerweekend kregen we namelijk een klankschaal concert. Nog nooit eerder had ik zoiets gehoord en of het aan de gekleurde herinnering ligt, wie zal het zeggen, maar later heb ik het zo nooit weer beleefd. De klank overspoelde me, kwam van alle kanten tot ons. Daar stond hij voor ons de schalen ondersteboven op de hand op te strijken, een techniek waar ik zelf later nog vaak klankschaal eigenaars mee heb verbaasd. En dat geluid! Ton stond voor ons, maar het geluid kwam van achter, van boven, van opzij, van voren. De hele ervaring werd in de klank zijn. Die grote sloeg hij aan, klokken hingen erbij te galmen. Een ervaring van een hogere dimensie, zou ik nu zeggen.
Veel inhoudelijks van wat hij vast gezegd zal hebben weet ik niet meer. Wat wel altijd is blijven hangen dat er daar in een uithoek van Nederland een plek is waar ik altijd nog weer heen zou kunnen, om weer even op te laden, uit de stroom te stappen. Dat hij overleden was kreeg ik mee in ergens mijn studietijd. Dat er een voortgang is gekomen en er nu een kluizenaar leeft, dat las ik in Volzin in 2022. Toen ik per mail mijn herinneringen deelde met Thomas van Kleef vroeg hij er een blog van te maken. Bij deze mijn gedeelde herinnering aan een bijzonder man.
Walter Meijles
Predikant PG Roden-Roderwolde
esoterist en verhalenverteller